Quarteira, Algarve. Na het diner maken we met een klein groepje een wandeling over de boulevard en we strijken neer op een terrasje. We kijken uit over de oceaan. Naast me zit Johan. Ik heb hem leren kennen als een denker. Hij stoot me aan met zijn elleboog en zegt 'Peet, gisteren is weg, morgen weten we niet en vandaag is een geschenk'.
Porto, Cais da Ribeira bij de afvaartsteiger. De lunch is individueel en ik leg aan de groep uit hoelaat en waar we verzamelen voor de boottocht. En dat het belangrijk is dat we op tijd zijn voor plaatsen op het dek, lekker in de zon. De omgeving is druk en lawaaierig. Een man in de groep roept daar bovenuit 'hoelaat is de uitvaart?'
Lisboa, Largo das Portas do Sol. We maken de mooie wandeling door het oudste deel van de stad. Van Portas do Sol gaan we dan een lange trap af, Alfama in. De oude Moorse wijk. Prachtig. Mijn stadsgids, Ana, staat al ver beneden en ik tel bovenaan de trap de koppen. Het is me een keer overkomen dat ik daar vaststelde dat ik iemand miste; dat werd nog een heel gedoe. Maar nu hebben we iedereen. Ik roep boven het stadslawaai uit naar Ana dat ze verder kan. Ik kijk nog een keer om. Op dat moment loopt een knul langs in een T-shirt met een boodschap: "Be a voice, not an echo".
Op een culturele rondreis Portugal vertel ik veel, en mensen hebben ook vaak vragen. Alcobaça, een stad die belangrijk is geweest in de wereldlijke en kerkelijke geschiedenis van Portugal. Het kloostercomplex is de mooiste expressie van de bouwstijl van de Cisterciënser kloosterorde. Door de middeleeuwse poort kwamen we de stad binnen (één keer stond een priester in opleiding zijn zangles te doen onder die poort - heel bijzonder). Ik sprong op een rotsblok en ik vertelde het één en ander. Een man in de groep zei 'zeg Peter, al die dingen die jij vertelt, is dat nou allemaal wel wáár?' Ik antwoordde 'Leo, terug thuis kun je het allemaal nalezen in de Fabeltjeskrant'.
Alcobaça, het Cisterciënser kloostercomplex. Altijd als ik daar kom met mijn groep dan ga ik de stad binnen door de Middeleeuwse poort. Direct rechts is een chocolaterie gevestigd. Altijd kwam dan een beeldschone jonge non naar ons toe met een schaal vol chocolaatjes, als welkom. Ik was er net geweest; twee weken daarna was ik er weer en toen verscheen een bebaarde jonge monnik. Met chocolaatjes. Om hem te plagen zei ik 'ik verwachtte die beeldschone jonge non'. Zonder een seconde aarzeling zei hij 'die heeft zich veranderd in een monnik en die ben ik' en we schaterlachten allebei.
Coimbra. Ik check mijn groep in, in het hotel. Met meer dan 40 passagiers die allemaal moe zijn, is dat best een klus. Ik moet dat zorgvuldig doen; ik moet immers weten wie in welke kamer zit dus elke sleutel gaat door mijn handen. Niet iedereen heeft daar geduld voor. En sommigen hebben bij boeking een preferentie opgegeven. Iedereen is naar de kamer. Ik wacht nog op mijn chauffeur Ricardo en ik sta nog even na te praten met de man van de receptie; hoe is het met zijn vrouw en kinderen, hoe is het seizoen en hij wil weten hoe mijn reis verloopt. Op dat moment komt een man uit de groep naar me toe. Rood aangelopen van woede. 'Ik zit in het sousterrain!' briest hij. Er gaat een lampje bij me branden. Ik kijk op mijn paxlijst en ik zie bij zijn naam een preferentie "zo laag mogelijk". Dus dat vertel ik hem. 'Ik bedoelde de eerste etage!' zegt hij. 'tjaaaa....dan had je dát moeten opgeven' zeg ik tegen hem. Dat overkomt hem nooit weer.
Aan het begin van een tour krijgt iedereen mijn GSM nummer en ik wil van iedereen het nummer hebben. Dus niet per stel één nummer. Ik ben twee keer een passagier kwijtgeraakt, waarvan één keer in Guimarães. We maakten de mooie wandeling van het 11e eeuwse kasteel boven op de heuvel (waar de eerste koning van Portugal geboren is, en waarover nog steeds een bizar volksverhaal bestaat) naar het Praça da Oliveira. Onderweg zei een vrouw ineens 'Peter, ik ben mijn man kwijt'. Lang verhaal kort: zij kon hem niet bellen want ze had zijn nummer niet ('we bellen nooit' zei ze) en ik had een nummer van hun, dat van haar bleek te zijn.
Mijn stadsgids loopt vooraan en ik loop achteraan. Als er iemand in moeilijkheden zou komen dan zouden we dat zien.
Ik naar voren en mijn stadsgids neemt de groep. Ik heb de groep geïnformeerd via de audio-guias, "de oortjes", en dat ik ging zoeken.
Terug naar boven, naar het kasteel. Het was een hete dag, rond +35. Bij het kasteel aan de suppoosten gevraagd of ze een oudere man alleen hadden gezien; nee. In de tuin rondom gekeken, in de kleine Capela de São Miguel gekeken, en de route weer gelopen. In zijstraatjes gekeken. Een probleem: volgens programma zouden we de stad gaan verlaten. Ik had de oplossing al bedacht, indien nodig. De groep had zich intussen op eigen initiatief gesplitst in een aantal kleine groepjes en was ook aan het zoeken. Na ongeveer een half uur kwam zo'n klein groepje terug, met die man! Hij had lopen rondkijken en fotograferen en had de groep niet in de gaten gehouden. In het labyrinth van middeleeuwse straatjes was hij flink gaan dwalen. Tja.....het is wel eens lastig. Ik ben geen kleuterleider; ik kan niet steeds elke volwassene in het gareel dirigeren.
Lissabon, Largo das Portas do Sol. We maken de mooie wandeling door het oudste deel van Lissabon. Dan gaan we bij Portas do Sol de trap af, Alfama in. De oude Moorse wijk waar je 's avonds kunt genieten van diner met Fado. Ana, mijn stadsgids, staat al een eind naar beneden. Ik tel bovenaan de trap de koppen. En ik mis iemand. Een man en ik weet wie zijn vrouw is. Met de laatste van de groep ga ik naar beneden ik zwaai tegen Ana dat ze moet wachten. Die vrouw had haar man al eventjes niet gezien, zei ze. Anders dan in Guimarães, had zij wel zijn nummer, en ik had dat zelf ook. Dus ik bel die man en hij antwoordt, gelukkig. Hij was boven in de straatjes de groep kwijt geraakt en had zelf een besluit genomen (i.p.v. mij te bellen): afdalen naar de rivier en teruglopen naar waar we die ochtend om 09.00 uit de bus waren gestapt. Hij had helemaal geen idee dat die locatie in een ander stadsdeel ligt, nogal ver weg. En de bus stond daar al niet meer en we zouden daar ook helemaal niet terugkomen. Ik liet hem vertellen wat hij om zich heen zag. Uit wat hij vertelde maakte ik op waar hij was en ik toetste dat bij Ana. 'ja, hij is vlakbij Comércio' zei Ana. En wij zouden daar langskomen. Meneer had er blijkbaar flink de sokken in gezet, bij +35 Celcius. Ik vond dat best griezelig en in de groep ontstond ongerustheid. Dus ik heb hem verordonneerd om een terras te zoeken en daar op mij te wachten. Toen ik hem gevonden had, was ik een beetje boos. 'Waarom heb je me niet gebeld?' vroeg ik. 'ehh....nou ja, ik wist toch waar de bus stond' zei hij. Toen ik hem de werkelijke situatie uitlegde, keek hij me zwijgend aan. Niet meer doen, a.u.b.
In heel Portugal zie je ze staan: die zuilen op een grote voet, vaak vele eeuwen oud, met wisselende decoraties en vaak met het kruis op de top. De oudste staat, naar verluid, in het hoge noorden van Portugal, in Lindoso, in Peneda-Gerês. Ongeveer 1000 jaar oud. Of het de oudste is weet niemand, maar dat hij oud is, dat zie als je er naast staat. De pelourinho had twee functies: een dorp of stadje mocht een pelourinho oprichten als het eigen bestuur had, en het was de schandpaal voor plaatselijke boeven.
Azujejos zie je in heel Portugal, in veel variaties op hetzelfde thema. Decoratieve tegeltableaux die iets historisch of artistieks uitdrukken. Goed kijken is de moeite waard. De oorsprong is Moors. In de 17e eeuw zijn ze beïnvloed geraakt door de Hollandse stijl, Delfts blauw. De functies was van oorsprong isolatie van een woning: tegen hitte in de zomer en behoud van warmte in de winter.
Óbidos. Een prachtig middeleeuws ommuurd stadje. De regio is sterk in de fruitteelt, o.a. kersen. Óbidos heeft een heerlijke kersenlikeur, de "ginginha". Met OPIP ga je die zeker proeven. Óbidos heeft een leuke kerkje, de Igreja de Santa Maria. Een igreja matriz, zoals het heet. Bijzonder is dat de muren binnen van de vloer tot de balken zijn bekleed met azulejos. We staan binnen en we bewonderen het interieur. Naast me staat Johan (dezelfde van een andere reisanekdote). Johan was in zijn werkende leven tegelzetter geweest, dat wist ik inmiddels. In de serene stilte fluistert hij tegen me 'nou Peet, daar hebben ze heel wat tegeltjes tegenaan geplakt'.
Ik ben ook maar een mens hè, dus ik blunder wel eens. Gelukkig niet vaak. In Portugal wordt veel aandacht besteed aan de decoratie van de openbare ruimte, o.a door de bestrating mooi te maken met kleine stenen in decoratieve patronen. Echt elk steentje apart, met de hand. Op de golven van mijn grote liefde voor het land zei ik in de microfoon tegen mijn volle bus 'vergelijk dat nou eens met de strakke grijze bestrating in Nederland'. Halverwege de bus ontstak een man in woede. 'Ik heb mijn hele leven in de bestrating gezeten en daar is he-le-maal niks mis mee!!' . Ik heb me nederig verontschuldigd.
Vila Viçosa, Alentejo. Een stadje met witgekalkte huizen en gebouwen dat 's zomers ligt te blakeren in een hete zon. We bezoeken het Paço Ducal, het hertogelijk paleis. Het is één van de paleizen van de laatste koningen van Portugal en nog steeds privé-eigendom van de Hertogen van Bragança. De inrichting is behouden zoals die was eind 19e eeuw. Dat is echt heel fraai, indrukwekkend. De familie wil niet dat er wordt gefotografeerd omdat dan fotomateriaal van de schilderijen, het tafelzilver en het Chinese porcelein op internet terecht komt. Ik leg in de bus uit dat er om die reden niet mag worden gefotografeerd. Met de gids die verbonden is aan het paleis gaan we naar binnen, eerst de grote trap op. Hij spreekt alleen Portugees, dus hij vertelt en ik vertaal. Als we bovenaan de trap staan, de groep achter mij, kijkt de gids me kwaad aan en zegt 'je weet toch dat er niet mag worden gefotografeerd?!?' Ik kijk verbaasd achterom. Binnen 5 minuten na de entree staan twee of drie mensen te fotograferen...........
Lamego, regio Douro. Een hartstikke mooi stadje waar veel te zien is, en ook in de omgeving kun je buitengewone ontdekkingen doen. Ik wil de Igreja do Desterro bezoeken, die verschillende mensen mij hebben aanbevolen. Het Posto de Turismo heeft me verteld dat ik voor de sleutel naar een mevrouw moet in straatje X, nr. Y, vlak bij de kerk. De huizenblokken zijn hoog, 3 tot 4 verdiepingen, met balkons. Een oude, verveloze houten deur met een belletje uit vroeger tijden. Ik bel aan. Het verkeer gaat lawaaierig achter me langs over hobbelige kasseien. Ik ga aan de overkant van de straat staan, met een voorgevoel. En ja - een man komt op het balkon. Ik roep wat ik wil. Hij roept terug dat mevrouw niet thuis is maar straks wel. Ik roep 'wat is straks?' 'Over een uur ofzo' is het antwoord. Ik ga koffie drinken met een stukje gebak. Als ik weer aanbel, verschijnt de mevrouw. Samen naar de kerk. Of ik de goedheid wil hebben om een euro te doneren, vraagt ze onderweg. Ze opent de kerkdeur. Het is een kleine kerk waar je gemakkelijk langs loopt. Binnen is het schemerig en muisstil. Er hangt een sfeer waarin je de eeuwen voelt. Eeuwen oude houten balkenconstructies. Binnen openbaart zich voor mij een verrukkelijke schoonheid van een adembenemend altaar, verguld houtsnijwerk, azulejos en heiligenbeelden. Práchtig.